Tunturi T80 User Manual Page 55

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 116
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 54
NL
H A N D L E I D I N G
T 8 0 T 8 5
55
TRAININGSpROFIELEN
Om u van een veelzijdige, aangename en
doelbewuste training te verzekeren, heeft
Tunturi een paar klare, op verschillende manier
functionerende trainingsprofielen ontwikkeld.
Tijdens de training biedt de monitor u boverdien
belangrijke informatie aan over het door u
gekozen profiel. De monitor geeft op tijd door
een klankteken aan, als er veranderingen in het
profiel optreden. Het profieldisplay geeft zowel
het soort profiel als de gegevens van de volgende
profielbalk aan. Als u uw gebruikersgegevens wilt
benutten of uw training wilt opslaan, geef dan uw
gebruikersgegevens op of kies uw gebruikerscode
(1-4).
A. De combinatieprofielen 1-3 hebben een
verschillende moeilijkheidsgraad. De snelheid
en de helling zijn voorgeprogrammeerd. U kunt
de snelheid naar believen instellen. Voor de
trainingslengte kunt u kiezen uit trainingstijd
of trainingsafstand. Deze profielen vereisen het
gebruik van de hartslaggordel wel niet, maar de
gordel biedt toch wel interessante extra gegevens
over uw prestaties.
1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje
bij het door u gewenste profiel (1-3) brandt. Met de
START-toets bevestigt u de instelling.
3. Stel de afstand / tijd van het profiel in. De
laatst ingestelde duur ziet u op het cijferdisplay
op de monitor. Met de SELECT-knop kunt u
naar de volgende instelwaarde. U kunt de duur
met de pijltoetsen veranderen (grenswaarden
tussen 10 minuten - 0:00 - en 3 uur - h3:00 -, de
schaaleenheid bedraagt 5 minuten / 3 km – 42 km,
de schaaleenheid bedraagt 1 km). Deze blijft in
het geheugen van de meter tot ze door een andere
waarde wordt vervangen.
4. Druk de START-toets in: de training begint en de
loopmat zet zich in beweging.
5. U kunt het snelheidsniveau van het profiel telkens
met 1 % naar boven of naar beneden op schaal
aanpassen. Als u tijdens de training op SELECT
drukt, komen op het monitor de cumulatieve
snelheids-, hellings- en hartslagprofielen te staan.
6. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te
drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten
durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt
u de onderbroken training voortzetten door de
START-toets te drukken. U kunt de training in het
geheugen opslaan (zie bij Geheugenfunctie). Door
twee keer op de STOP-knop te drukken, beëindigt
u het trainingsprogramma; het display toont de
gegevens over de geleverde prestatie en gaat terug
in de startmodus.
7. Aan het eind van het programma begint de
automatische afkoelfase, waarna de loopmat stopt.
U kunt de training in het geheugen opslaan (zie bij
Geheugenfunctie).
B. Rolling Hills is een soort intervaltraining, waarbij
u tijdens de training de afstand en de duur van
de training kunt instellen en de snelheid van de
loopmat zelf kunt regelen. Bij de Rolling Hills
training kunt uw snelheid regelen met de PSC-
functie. Als u de PSC-functie niet gebruikt, hoeft u
voor dit profiel de riem voor hartslagmeting niet te
gebruiken. Hartslagmeting geeft echter interessante
informatie over uw trainingsprestatie.
1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje
bij het profiel 4 brandt. Met de START-toets
bevestigt u de instelling.
2. Stel de afstand / tijd van het profiel in. De
laatst ingestelde duur ziet u op het cijferdisplay
op de monitor. Met de SELECT-knop kunt u
naar de volgende instelwaarde. U kunt de duur
met de pijltoetsen veranderen (grenswaarden
tussen 10 minuten - 0:00 - en 3 uur - h3:00 -, de
schaaleenheid bedraagt 5 minuten / 3 km – 42 km,
de schaaleenheid bedraagt 1 km). Deze blijft in het
geheugen van de meter tot ze door een andere
waarde wordt vervangen.
3. U kunt uw snelheid regelen met behulp van
de snelheidsregeltoets of PSC. Als u tijdens de
training op SELECT drukt, komen op het monitor de
cumulatieve hellings- en hartslagprofielen te staan.
4. U kunt een hellingsprofiel kiezen met de
pijltoetsen.
5. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te
drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten
durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt
u de onderbroken training voortzetten door de
START-toets te drukken. U kunt de training in het
geheugen opslaan (zie bij Geheugenfunctie). Door
twee keer op de STOP-knop te drukken, beëindigt
u het trainingsprogramma; het display toont de
gegevens over de geleverde prestatie en gaat terug
in de startmodus.
6. Aan het eind van het programma begint de
automatische afkoelfase, waarna de loopmat stopt.
U kunt de training in het geheugen opslaan (zie bij
Geheugenfunctie).
C. De HRC-profielen zijn wat het eisenniveau betreft
getrapte hartslagaangepaste trainingsprofielen,
waarbij u de duur van de training zelf kunt instellen.
De hartslagaangepaste profielen veronderstellen
altijd het gebruik van de hartslaggordel. Als de
hartslagmeter niet functioneert, verschijnt er in
het tekstveld van de display het foutteken CHECK
TRANSMITTER. Controleert u in dat geval of u de
gegeven aanwijzingen over het gebruik van de
hartslaggordel op de juiste manier hebt opgevolgd.
1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje
naast het door u gewenste profiel (5-8) brandt. Met
de ENTER-toets bevestigt u de instelling.
2. Selecteer met de pijltoetsen een van de
hartslagmodellen. Druk de ENTER-toets weer in om
de instelling te bevestigen.
3. Stel de afstand / tijd van het profiel in. De laatst
ingestelde duur ziet u op het cijferdisplay op
de monitor. U kunt de duur met de pijltoetsen
veranderen (grenswaarden tussen 10 minuten -
00:10 - en 3 uur - h3:00 -, de schaaleenheid bedraagt
5 minuten / 3 km – 42 km, de schaaleenheid
bedraagt 1 km). Met de SELECT-knop kunt u naar de
volgende instelwaarde.
Page view 54
1 2 ... 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 ... 115 116

Comments to this Manuals

No comments